Bloembollen planten aug. t/m nov.

|
Maak uw selectie: Veel voorjaarsbloeiende bloembollen zullen in volle of gedeeltelijke zon willen groeien. Bloembollen groeien bijna in elke omgeving, mits deze goede afwatering heeft. Bloembollen verrotten wanneer ze lang in het water staan, dus vermijdt omgevingen die veel overstromen, zoals de voet van heuvels of onder de afwatering.
Kies een plantplek: Graaf of een gat voor bedbeplanting of individuele gaten voor individuele beplanting van bollen of kleinere clusters. Om te zien hoe diep je moet planten, beschouw dan de grootte van de bol. Grote bollen (5 cm en groter) worden vaak 15 cm diep geplant; kleinere bollen (2,5 cm) worden 7 tot 10 cm diep geplant. Open de grond een beetje en verwijder onkruid en kleine steentjes. Mix een beetje natte turf om de grond beter te draineren. Plaats –niet duwen- de bollen zachtjes in de grond met de puntige kan boven. Zet grote bollen, 7 tot 20 cm uit elkaar en kleine bollen 3 tot 7 cm. Eigenlijk kan er niets fout gaan want zelfs onderste boven komen bollen nog boven de grond. Bedek de bollen met aarde en water, wanneer de grond nog niet nat is. Niets is zo makkelijk! Door je aan de regels te houden wordt je tuin de mooiste van de buurt. Het komt allemaal hier op neer: koop bollen, zet ze in de tuin, en droom van een mooi voorjaar tot de bloembollen uitkomen.
|
Planten in potten, stappen plan

|
Stap 1 De beste grond voor beplanting in potten en bakken is de grond die je in zakken bij de meeste tuincentra’s koopt. Deze grond is rijker, schoner, meer insect en ziekte vrij en minder vast dan de grond in de tuin. Stap 2 Bloembollen kunnen niet overleven in te natte grond, ze moeten een goede drainage hebben om hun wortels gezond te houden. Alle potten moeten gaten in de onderkant hebben om het water uit de potten te laten lopen. Stap 3 Kies voor potten die diep genoeg zijn om de bollen te planten zoals jij graag wilt. (let op de plantinstructies op het plant label). Stap 4 Vul de pot één-kwart tot één-derde met grond, zet de planten op een goede diepte in de pot. (lees de plant instructies die bij de planten worden geleverd). Vul de overige gaten op met grond tot 1 cm onder de rand van de pot. Door de pot niet tot aan de rand te vullen heeft het ruimte voor water en eventueel bemesting. Stap 5 In de herfst kun je meerdere bollen en knollen in één pot planten om een voorjaarstuin te hebben in één pot. Dit heet de lasagna techniek. Of je kiest bollen die na elkaar bloeien om zo 100 dagen bloei in één pot te krijgen. Of je kiest er voor om 2 type bloembollen op hetzelfde moment te laten bloeien. Stap 6 Je kunt de beplante potten neerzetten zoals je ze gekocht heb, of ze in een mooie decoratieve pot te zetten. Wanneer je de pot in een andere pot zet, moet je er op letten dat er geen water tussen de potten blijft staan. Een goede truc hierbij is om de binnen pot op een steen te zetten zodat de pot hoger staat dan het water. Stap 7 Leuke potten om bloembollen in te planten zijn terra cotta potten, oude emmers en teilen, keramische potten of zelf gemaakte. Stap 8 Zet groepen potten in de tuin of op het terras zodat het er fleurig uitziet en om minder werk te hebben met water geven.
|
Tips voor verwildering van bloembollen


|
Ieder bol- of knolgewas. wil zich optimaal kunnen ontwikkelen en hebben een eigen standplaats nodig, waar de planten ongestoord kunnen groeien om zich vervolgens in alle rust te kunnen terugtrekken, zonder dat het voor de plant zo onmisbare blad tijdens het geel worden voortijdig wordt afgesneden. Belangrijk is voorts, dat gedurende de periode dat het blad zich heeft teruggetrokken, de ondergrondse delen een rusttijd doormaken. Zo worden crocussen bij voorbaat in grote getalen in gazons geplant waar ze zich dan ook heel goed thuis voelen en zich ook kunnen handhaven, mede door het feit dat de grond gedurende de rustperiode van de knollen, tamelijk droog is. Voorwaarde is dan wel dat het blad volledig kan uitrijpen en het gras dat in het voorjaar, nadat de bollen hun bloemenpracht hebben laten zien, niet wordt gemaaid. Voor velen is het nogal moeilijk de maaimachine of schaar niet te gebruiken om zodoende een eind te maken aan de nogal rommelige indruk die een niet gemaaid gazon biedt.
Na de bloei neemt de bladontwikkeling sterk toe en wordt tevens zaad gevormd dat ruimschoots de gelegenheid moet krijgen uit te rijpen. De zaden die van enkele gewassen, zoals Chionodoxa, Scilla e.z. tussen de planten vallen zullen daar een goede voedingsbodem vinden om te kiemen met als gevolg een toename van het aantal en op den duur dus ook aanzienlijk meer bloemen.
Uitzonderingen Niet alle bol- en knolgewasssen die na eens te zijn geplant en aan hun lot worden overgelaten, hebben het vermogen jaarlijks opnieuw uitbundig te bloeien en zich daarnaast nogeens te vermeerderen. Door uitgebreid onderzoek in de laatste jaren zijn we tot de conclusie gekomen dat veel bloembollen geschikt zijn voor meerjarenbloei mits geplant in een lichte en zonnige omgeving. Uiteraard zijn dat de bekende crocus, scilla, allium en narcis. Daarnaast zijn hyacinten zoals ‘Pink Pearl’, ‘White Pearl’ en ‘Delfts Blauw’ zeer geschikt. Bij de tulpen zijn van de botanische cultivars zeer geschikt o.a. turkestanica, tarda, linifolia, en de langstelige tulpen zoals 'Apeldoorn' en andere Darwin hybriden.
Standplaatsen Voor de verwildering van bloembollen komen een aantal specifieke, voor dit doel zeer geschikte, plaatsen in aanmerking. Afgezien van het feit dat ze een voldoende groot oppervlak dienen te beslaan, moeten ze ook vanuit diverse gezichtsvelden te overzien zijn. Grasvelden zijn zeer geschikt. Daarnaast komen eveneens brede randen langs heestergroepen in aanmerking. Een bosachtig deel van de tuin kan aanmerkelijk verlevendigd worden met het aanbrengen van een massale beplanting van de daar van nature thuishorende soorten. Gedacht kan worden aan Allium ursinum, Anemone nemorosa (bosanemoon), Anemone ranunculoides, Erythronium des-canis, Corydalis, Corydalis solida, Arum italicum, Fritillaria meleagris (Kievitsbloem), Galanthus (Sneeuwklokje), Hyacinthoides non-scripta, en Ornithogalum umbellatum. Voor een minder natuurgetrouwe beplanting komen uiteraard vele andere soorten in aanmerking. In plaats van de beide eerder genoemde anemonen kan ook gebruik gemaakt worden van Anemone blanda, die zowel in gemengde kleuren als afzonderlijk in de kleur lila, wit en blauw, aangeboden wordt. De wilde hyacint kan bijvoorbeeld gemakkelijk vervangen worden door de Spaanse hyacint. In sommige gevallen zal blijken dat de exotische soortjes zich beter zullen handhaven dan hun inheemse soortgenoten.
Grondbewerking Alvorens tot planten over te gaan dient nagegaan te worden in hoeverre het perceel geschikt is voor de verwildering van bloembollen. De waterhuishouding,humusgehalte en de zuurgraad (pH) spelen hierbij een belangrijke rol. Blijkt de drainage niet goed te functioneren, dan moet dit verholpen worden. Het humusgehalte wordt verhoogd door het aanbrengen van organische meststoffen en/of compost. Dit is ook uitstekend geschikt voor de zwaardere leem en kleigronden. De pH, die om en nabij de 6 -6,5 moet liggen, kan verhoogd worden door het opbrengen van kalk. Verlaagd wordt het door het toevoegen van turfmolm.
Bemesting Een bemesting op maat voorkomt dat planten ziek worden en gevoelig worden voor ziekten en plaagdieren, dit resulteert in minder gebruik van bestrijdingsmiddelen. Een juiste bemesting zorgt ook voor een goede bodemstructuur.
Er is keuze uit diverse meststoffen: Compost en dierlijke mest. Dit zijn organische meststoffen. Het zijn, zoals eerder beschreven, ook goede bodemverbeteraars. Natuurlijke meststoffen die als aanvulling op organische mest worden gegeven. Het te kiezen type bemesting hangt af van het type beplanting en het tijdstip dat er bemest kan worden. Planten en bloembollen die uit zichzelf vermeerderen staan op hun natuurlijke standplaats. De natuur is hier in balans. De grondsoort, structuur, waterhuishouding en beplanting sluiten hier prima op elkaar aan. Het is niet gebruikelijk om in een balanssituatie bij te mesten. Mogelijk blijkt uit een aantal verschijnselen (vaak zichtbaar in het blad van planten) dat er een tekort is aan een bepaalde voedingsstof. Dan is het gebruik van aanvullende meststoffen een aanbeveling. Deze meststoffen moeten organisch zijn en passen daardoor beter in de natuurlijke omgeving waar de planten zich in bevinden. Aanvullende meststoffen vullen specifieke tekorten in de plantenvoeding uit organische meststoffen aan, zoals fosformeststof (fosfor) en vinassekali (kali: afvalproduct uit de voedingsindustrie). Tot slot zijn er meststoffen met kalk, zoals maërl (koraal- algenkalk), die de zuurgraad van de bodem regelen. Indien deze toepassing één keer per jaar wordt uitgevoerd dan is het voor de bloembollen van belang dat deze bemesting direct na de bloei plaatsvindt.
Maaien De in gras geplante bollen kunnen pas gemaaid worden, zodra de bovengrondse delen van de bol geheel zijn afgestorven. Als regel voor het maaien wordt aangehouden dat daarmee gemiddeld 6 tot 8 weken na de bloeiperiode kan worden begonnen. Tot de soorten die het meest geschikt zijn voor aanplant in gras behoren sneeuwklokjes, Crocussen, Chionodoxa, Scilla siberica en vroegbloeiende narcissen.
|